babyaap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  babyaap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbebiˌap/
Woordafbreking
  • ba·by·aap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babyaap babyapen
verkleinwoord babyaapje babyaapjes

Zelfstandig naamwoord

babyaap m

  1. heel jonge aap; pasgeboren aap
    • Hoewel de verzorgers dachten dat Ivy op de dag van de operatie was uitgerekend, bleek pas na de geboorte dat de babyaap veel jonger was dan gedacht. [1] 
    • "Altijd al willen hebben. Zó lief", vertelt hij in het videootje waarin het aapje te zien is in een zuurstokroze pakje en met dito speen in de mond. Van de duizenden "afzeikreacties" wordt hij niet warm of koud. Want, zo benadrukt hij, het is geen echte babyaap maar een superrealistische pop. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord babyaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.