avonturier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avon·tu·rier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avonturier avonturiers
verkleinwoord avonturiertje avonturiertjes

Zelfstandig naamwoord

avonturier m

  1. iemand die graag het avontuur opzoekt
    • Hij was een onstuitbare avonturier, jammer dat hij verongelukt is. 
Hyponiemen
  • leunstoelavonturier
Afgeleide begrippen
  • avonturiergevoel
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
avonturieren

avonturier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avonturieren
    • Ik avonturier. 
  2. gebiedende wijs van avonturieren
    • Avonturier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avonturieren
    • Avonturier je? 

Gangbaarheid

  • Het woord avonturier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.