autotrein
Nederlands
Woordafbreking
- au·to·trein
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto en trein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autotrein | autotreinen |
verkleinwoord | autotreintje | autotreintjes |
Zelfstandig naamwoord
autotrein m [1]
- (spoorwegen) personentrein waarop men ook zijn auto of motor mee kan nemen, terwijl ze zelf verblijven in een ander deel van de trein
Gangbaarheid
- Het woord autotrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.