autoruit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ruit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoruit autoruiten
verkleinwoord autoruitje autoruitjes

Zelfstandig naamwoord

autoruit v / m [1]

  1. ruit van een auto

Gangbaarheid

  • Het woord autoruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.