asegurar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·se·gu·rar

Werkwoord

asegurar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
asegurar
aseguraba
asegurado
volledig
  1. overgankelijk zekeren, beveiligen, borgen, vastzetten
  2. garanderen, verzekeren
  3. verzekeren tegen
  4. waarborgen, borg staan voor
  1. «Asegurar el coche.»
    De auto verzekeren.
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.