beveiligen
Nederlands
Woordafbreking
- be·vei·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beveiligen |
beveiligde |
beveiligd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beveiligen
- overgankelijk er zo goed mogelijk voor zorgen dat er niets verkeerds gebeurt
- Een slot moest het pand beveiligen tegen inbrekers.
Vertalingen
1. er zo goed mogelijk voor zorgen dat er niets verkeerds gebeurt
Gangbaarheid
- Het woord beveiligen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beveiligen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.