arpeggio
Nederlands
Woordafbreking
- ar·peg·gio
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘na elkaar laten klinken van tonen die tegelijk klinkend zijn geschreven’ voor het eerst aangetroffen in 1795 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arpeggio | arpeggio's |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord arpeggio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'arpeggio' herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.