armklem

Nederlands

[1] armklem
Uitspraak
Woordafbreking
  • arm·klem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord armklem armklemmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

armklem m

  1. een controletechnieken die bij vechtsporten zoals judo, karate en jiujitsu worden gebruikt, de bedoeling van een armklem is dat men het ellebooggewricht immobiliseert
    • „Ik ben een getraind judoka en heb de man in een armklem gelegd. [1] 
  1. iemand klemmend vasthouden met de arm
    • De rechtbank concludeerde dat de aanhouding wel rechtmatig was en ook dat de armklem proportioneel was. Dat de beveiliger die armklem echter ook nog aanhield terwijl zijn collega was gearriveerd en toen bleek dat de arrestant niet meer tegenspartelde, vond de rechter wel verwijtbaar. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord armklem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.