armenhuis
Nederlands
![](../I/m/Lellens_-_armenhuis.jpg)
armenhuis uit Lellens
Woordafbreking
- ar·men·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arm en huis met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armenhuis | armenhuizen |
verkleinwoord | armenhuisje | armenhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
armenhuis o [1]
- een tehuis voor een aantal minvermogende mensen
- Naast de villa staat een studio, waarin het vooral om zijn filmleven draait. Ook hier in wassen beelden uitgevoerde scènes en droevige taferelen van zijn armoedige jeugd in de sloppen van Londen. Tikkie Efteling meets Oliver Twist. Maar de realiteit was ook sneu. Chaplins vader was alcoholist, zijn moeder stuurde hem naar het armenhuis en stierf uiteindelijk in een gekkenhuis. [2]
Synoniemen
- diaconiehuis, aalmoezeniershuis
Gangbaarheid
- Het woord armenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'armenhuis' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.