arbitrair

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·bi·trair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘willekeurig’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [1]
  • afgeleid van het Franse arbitraire of van arbiter of arbitrant met het achtervoegsel -air [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen arbitrairarbitrairderarbitrairst
verbogen arbitrairearbitrairderearbitrairste
partitief arbitrairsarbitrairders-

Bijvoeglijk naamwoord

arbitrair [3]

  1. willekeurig
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord arbitrair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.