antiekwinkel
Nederlands
antiekwinkel
Woordafbreking
- an·tiek·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van antiek en winkel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antiekwinkel | antiekwinkels |
verkleinwoord | antiekwinkeltje | antiekwinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
antiekwinkel m [1]
- winkel waar men antieke spullen goederen kan kopen
- Antiquairs worstelen om te overleven. Het aantal antiekwinkels daalde met ruim eenderde. Jongeren vinden antiek „stoffig”.[2]
Gangbaarheid
- Het woord antiekwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'antiekwinkel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.