angora
Nederlands
Woordafbreking
- an·go·ra
Woordherkomst en -opbouw
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | angora | angora's |
verkleinwoord | - | - |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | angora | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
angora o [3]
- (zoogdieren) huisdier met lang, zijdeachtig haar
- wol van het angorakonijn of de angorageit
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord angora staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'angora' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.