anekdote
Nederlands
Woordafbreking
- anek·do·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘amusant verhaal’ voor het eerst aangetroffen in 1800 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anekdote | anekdotes anekdoten |
verkleinwoord | anekdotetje | anekdotetjes |
Zelfstandig naamwoord
anekdote m/v
- (letterkunde) een amusant, kort verhaal
- Het boek bevat leuke verhalen en anekdotes.
Vertalingen
1. een amusant, kort verhaal
Gangbaarheid
- Het woord anekdote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'anekdote' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.