ambtelijk
Nederlands
Woordafbreking
- amb·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ambtelijk | ambtelijker | ambtelijkst |
verbogen | ambtelijke | ambtelijkere | ambtelijkste |
partitief | ambtelijks | ambtelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ambtelijk
- met overdreven veel regels en procedures
- Om dit voorstel goedgekeurd te krijgen moet het eerst door de hele ambtelijke molen.
- uit hoofde van een bepaald ambt
- Volgens het laatste ambtelijke besluit mag hier niet worden gerookt.
Gangbaarheid
- Het woord ambtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ambtelijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.