ambitieus
Nederlands
Woordafbreking
- am·bi·ti·eus
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ambitieus | ambitieuzer | ambitieust |
verbogen | ambitieuze | ambitieuzere | ambitieuste |
partitief | ambitieus | ambitieuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ambitieus
- vol van de wens en het vertrouwen om iets te bereiken
- De ambitieuze zakenman werd met tegenslagen geconfronteerd.
- Het verhaal is losjes gebaseerd op een slecht gedocumenteerd historisch mengsel van feit en achterklap: de driehoeksverhouding tussen de Britse koningin Anne, haar jeugdvriendin, belangrijkste adviseur en misschien wel geliefde Sarah Churchill (Rachel Weisz) en het ambitieuze kamermeisje Abigail Masham. [2]
Vertalingen
1. vol van de wens en het vertrouwen om iets te bereiken
|
Gangbaarheid
- Het woord ambitieus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ambitieus' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ambitieus op website: Etymologiebank.nl
- de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.