ambitie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambitie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑmˈbi(t)si/
Woordafbreking
  • am·bi·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eerzucht’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ambitie ambities
verkleinwoord ambitietje ambitietjes

Zelfstandig naamwoord

ambitie v

  1. het begeren een bepaald succes te behalen
    • Het was zijn ambitie niet om daar een carrière van te maken. 
    • Word je er wel eens bang van? Je hebt vaak gezegd dat je eeuwig wilt leven, je maakt daar op het moment zelfs een televisieprogramma over: ‘Nee, want ik voel me nu goed. Ik vind het trouwens een volkomen natuurlijke ambitie om eeuwig te willen leven. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ambitie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.