ambetant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambetant    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑmbəˈtɑnt/
Woordafbreking
  • am·be·tant
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ambetantambetanterambetantst
verbogen ambetanteambetantereambetantste
partitief ambetantsambetanters-

Bijvoeglijk naamwoord

ambetant

  1. vervelend, onprettig
    • Zij zei iets heel ambetants en hij verloor zijn geduld met haar. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ambetant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.


West-Vlaams

Bijvoeglijk naamwoord

ambetant

  1. vervelend
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.