aluin

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aluin
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dubbelzout’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • van Middelnederlands aluun of alun[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aluin aluinen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aluin m

  1. (scheikunde) (mineraal) kaliumaluminiumsulfaat KAl(SO4)2
  2. (scheikunde) (mineraal) een van de stoffen die eenzelfde kristalstructuur bezitten als [1]
Hyponiemen
  • pluimaluin
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
aluinen

aluin

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aluinen
    • Ik aluin. 
  2. gebiedende wijs van aluinen
    • Aluin! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aluinen
    • Aluin je? 

Gangbaarheid

  • Het woord aluin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.