alpino

Nederlands

1. Man met een alpino.
Uitspraak
  • Geluid:  alpino    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑlˈpino/
Woordafbreking
  • al·pi·no
Woordherkomst en -opbouw
  • de bronnen gaan uit van een (verkorting) van "alpinomutsje", een leenvertaling van Italiaans cappello alpino, dat zou verwijzen naar het karakteristieke hoofddeksel van het korps Alpenjagers van de Italiaanse landmacht [1][2]
    Genoemd hoofddeksel heeft echter een ander model, een alpino lijkt meer op de baret van de Franse alpenjagers , die als eerste militairen zo'n hoofddeksel gingen dragen. "Alpino" en "alpino" worden (in advertenties) aangetroffen vanaf 1924: "De groote mode voor kinderen en bakfish Alpino mutsen alle kleuren" [3], net iets eerder dan "Alpinomuts" en "alpinomuts" (vanaf 1925), dit doet vermoeden dat "Alpino" een zelfstandige type- of merkaanduiding was.
enkelvoud meervoud
naamwoord alpino alpino's
verkleinwoord alpinootje alpinootjes

Zelfstandig naamwoord

alpino m

  1. (kleding) ronde vilten baret met een steeltje in het midden, meestal donker gekleurd
    • Het was een zeer opgewonden Claudius, die het gezelschap van Clotje en Paca verliet, en die, zonder zich de tijd te gunnen om zijn jas aan te trekken en zijn alpino op te zetten, naar buiten holde op zoek naar een taxi. [4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord alpino staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • al·pi·no
  enkelvoud meervoud
mannelijk alpino alpinos
vrouwelijk alpina alpinas

Bijvoeglijk naamwoord

alpino

  1. alpien
Synoniemen

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.