allegro

Nederlands
1. Het allegro uit het celloconcert in G-majeur van Vivaldi .
Uitspraak
  • Geluid:  allegro    (hulp, bestand)
  • IPA: / ɑˈleɡro /
Woordafbreking
  • al·le·gro
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

allegro

  1. (muziek) opgewekt en levendig gespeeld zodat het vrolijk klinkt
    • Eindelijk begon men met een allegro gezongen: "Sa doe! A sa! oooh!" [3]
Hyponiemen
  • allegro ma non troppo
  • allegro moderato
  • allegro sostenuto
  • allegro vivace
enkelvoud meervoud
naamwoord allegro allegro's
verkleinwoord allegrootje allegrootjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

allegro o

  1. (muziek) muziekstuk of deel daarvan dat opgewekt en levendig gespeeld moet worden
    • Maar de nazi’s probeerden jazz wel te temmen. Django put herhaaldelijk uit de richtlijnen die de Duitse Gauleiter in Praag uitvaardigde voor jazzbandjes: geen riffs, drumsolo’s of scat, maximaal 20 procent foxtrot en 10 procent syncopatie, levenslustige teksten zonder "joodse somberheid", een vlot allegro "passend bij het Arische gevoel voor discipline en gematigdheid", evenwel zonder in het jachtige tempo van "hot jazz" te vervallen, geen snaarplukken, de contrabas louter met strijkstok bespelen, enzovoorts. [4]
    • In het daarop volgend allegro wordt de eenheid, maar ook de taalverscheidenheid tussen Vlamingen en Walen beklemtoond:
      En van Aerlen tot Oostenden
      By bekenden, onbekenden
      En by Vlaming en by Wael
      Roept men in de Moedertael:
      Leve! Leve! Ja, Hij leve!!...       [5]

Gangbaarheid
  • Het woord allegro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. Sweerts, K. & F. le Grand Tweede deel der mengelzangen. (1695) Kornelis Sweerts, Amsterdam; p. 3; geraadpleegd 2019-03-16
  2. allegro op website: Etymologiebank.nl
  3. Rikken, F.H. (ed. J. Bongers) Ma Kankantrie. (1954) op website: dbnl.org; hfst. 13; geraadpleegd 2019-03-16
  4. Zwol, C. van Door zijn muzikaal succes, zag hij de schaal van de Holocaust niet (2 mei 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-03-16
  5. Dewilde, J. "Leve de Koning!" in: Vlaanderen. 285 jrg. 50 nr. 2 (maart/april 2001) Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt; p.68; geraadpleegd 2019-03-16

Tsjechisch
Uitspraak
  • IPA: /alɛgrɔ/
Woordafbreking
  • al·leg·ro
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Italiaanse allegro

Bijwoord

allegro

  1. (muziek) allegro; opgewekt, vrolijk, levendig
Afgeleide begrippen
  • allegrový

Verwijzingen
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.