aidsdode

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aids·do·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aidsdode aidsdoden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aidsdode v/m

  1. (medisch) iemand die is overleden aan aids
    • Aids is nog lang de wereld niet uit, de meest recente cijfers spreken voor zich. Wereldwijd zijn er 1,2 miljoen aidsdoden, elk jaar komen er 2 miljoen nieuwe hiv-infecties bij en leven er bijna 37 miljoen mensen met hiv. Nog lang niet de helft van de mensen met hiv krijgt levensreddende medicijnen.[1] 
    • De laatste 3 jaar is het percentage besmettingen met 13 procent afgenomen. Het aantal aidsdoden is sinds een piek in 2005 de laatste jaren met 35 procent gedaald.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord aidsdode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Het Parool LOUISE VAN DETH EN TON COENEN 28 NOVEMBER 2015 'Aids kán de wereld uit, maar dat vergt geld'
  2. Het Parool 16 JULI 2014 19 miljoen hiv-patiënten onbekend met virus
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.