afwikkeling
Nederlands
Woordafbreking
- af·wik·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afwikkelen met het achtervoegsel -ing
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | afwikkeling | afwikkelingen |
| verkleinwoord | afwikkelingetje | afwikkelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
afwikkeling v
- het losrollen van een draad of kabel die om een spil gerold zit
- De afwikkeling van de rol met kerstlichtjes moet je voorzichtig doen met twee personen want anders gaan of de lampje kapot of de draad komt in de war.
- overdrachtelijk het tot een goed einde brengen van een erfenis of andere zakelijke transactie
- De afwikkeling van een erfenis is altijd een langdurig proces.
Vertalingen
2. zakelijke beeindiging
Gangbaarheid
- Het woord afwikkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.