afweren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afweren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑfˈwerə(n)/
Woordafbreking
  • af·we·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afweren
weerde af
afgeweerd
zwak -d volledig

Werkwoord

afweren

  1. overgankelijk een aanval neutraliseren
    • De onverhoedse aanval werd ternauwernood afgeweerd. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afweren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.