afvuren
Nederlands
Woordafbreking
- af·vu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en vuren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afvuren |
vuurde af |
afgevuurd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
afvuren
- overgankelijk wegschieten van kogels, projectielen
- De groepering vuurde raketten af op vijandelijke doelen.
- De erewacht vuurde saluutschoten af.
Gangbaarheid
- Het woord afvuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afvuren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.