vuurde af
Nederlands
Woordafbreking
- vuur·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvuren |
vuurde af
- enkelvoud verleden tijd van afvuren
- Ik vuurde af.
- Jij vuurde af.
- Hij, zij, het vuurde af.
- Ik vuurde af.
Gangbaarheid
- Het woord vuurde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.