afstompen
Nederlands
Woordafbreking
- af·stom·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en stompen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstompen |
stompte af |
afgestompt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afstompen
- ergatief zijn scherpheid verliezen
- Dit mes is aardig afgestompt.
- overgankelijk van zijn scherpheid beroven
- Dat harde ruwe oppervlak stompt je mes snel af.
- overgankelijk iemands tegenwoordigheid van geest nadelig beïnvloeden
- Hij is door dat geestdodende werk flink afgestompt.
Vertalingen
2. van zijn scherpheid beroven
|
3. iemands tegenwoordigheid van geest nadelig beïnvloeden
Gangbaarheid
- Het woord afstompen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afstompen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.