afspiegeling
Nederlands
Woordafbreking
- af·spie·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afspiegelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afspiegeling | afspiegelingen |
verkleinwoord | afspiegelingetje | afspiegelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
afspiegeling v
- afbeelding van iets
- De getuige gaf geen juiste afspiegeling van wat er was gebeurd.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord afspiegeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afspiegeling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.