afrossen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ros·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afrossen
roste af
afgerost
zwak -t volledig

Werkwoord

afrossen [3] [4]

  1. overgankelijk een pak ransel geven, afranselen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.