afrossen
Nederlands
Woordafbreking
- af·ros·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een pak slaag geven’ voor het eerst aangetroffen in 1641 [1]
- samenstelling van af en rossen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afrossen |
roste af |
afgerost |
zwak -t | volledig |
Vertalingen
1. een pak ransel geven, afranselen
Gangbaarheid
- Het woord afrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afrossen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "afrossen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- afrossen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.