afrollen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·rol·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afrollen
rolde af
afgerold
zwak -d volledig

Werkwoord

afrollen [1]

  1. onovergankelijk zich ontrollen
  2. overgankelijk (werktuigbouwkunde) ontrollen, uiteenrollen
  3. overgankelijk door oprollen van iets wegnemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord afrollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.