ontrollen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·rol·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontrollen
ontrolde
ontrold
zwak -d volledig

Werkwoord

ontrollen

  1. overgankelijk iets dat opgerold is afwikkelen
    • Het was moeilijk dit oude papyrus te ontrollen zonder het te beschadigen. 
  1. ergatief rollend ontkomen
    • Een traan was hem het oog ontrold. 

Gangbaarheid

  • Het woord ontrollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.