afrepelen
Nederlands
Woordafbreking
- af·re·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en repelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afrepelen |
repelde af |
afgerepeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
afrepelen [1]
- overgankelijk (landbouw) de knoppen of zaaddozen van het vlas door repelen wegnemen
Gangbaarheid
- Het woord 'afrepelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.