afregelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·re·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afregelen
regelde af
afgeregeld
zwak -d volledig

Werkwoord

afregelen [1]

  1. (techniek) zodanig fijn regelen dat e.e.a. daarna naar wens functioneert

Gangbaarheid

  • Het woord afregelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.