afkoken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ko·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afkoken
kookte af
afgekookt
zwak -t volledig

Werkwoord

afkoken

  1. koken tot iets geheel gaar is
    • De vruchten [van de katjang], uitgezonderd die van de katjang djepoen eet men afgekookt. [1]
  1. bijzonder vaak koken
    • Op dat fornuis is heel wat afgekookt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afkoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. blz. 80. Aardrijkskundig en statistisch woordenboek van Nederlandsch Indie bewerkt naar de jongste en beste berigten: bewerkt naar de jongste en beste berigten By H. van Alphen Published by P.N. van Kampen, 1869
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.