afknagen
Nederlands
Woordafbreking
- af·kna·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en knagen ww
Werkwoord
afknagen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afknagen |
knaagde af |
afgeknaagd |
zwak -d | volledig |
- iets met de tanden verwijderen
- Zo is er bijvoorbeeld een verpleegster die de nagels van de kinderen knipt. Ja, daar heb ik dus ook heel hard om gelachen. Nagels; de dingen die wij ('normale moeders') er even tussen neus en lippen door afknagen, terwijl we met links de fles geven en met rechts in een pan spaghetti roeren." [1]
- iets met kleine stukjes verwijderen
- Na de pauze bakten de Scaldianen er niet veel meer van, Voorwaarts kon nog een deel van de voorsprong afknagen maar verder dan 18-25 kwamen ze niet. [2]
Gangbaarheid
- Het woord afknagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afknagen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- De Telegraaf HESTER ZITVAST 08 aug. 2017 43 man personeel voor je tweeling? Ga zelf genieten van je kinderen Beyoncé
- De Standaard 21/12/2009 door Peter D'Hollander 6de speeldag Topkorfballeague: slechts één duel
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.