afhaken
Nederlands
Woordafbreking
- af·ha·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en haken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afhaken |
haakte af |
afgehaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afhaken
- ergatief, inergatief niet langer met een proces meedoen
- Die leerling had al eerder af moeten haken.
Gangbaarheid
- Het woord afhaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afhaken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.