aanhaken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhaken    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌhakə(n)/
Woordafbreking
  • aan·ha·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanhaken
haakte aan
aangehaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanhaken

  1. met een haak vastmaken
Spreekwoorden
  • aanhaken bij: doorgaan op
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanhaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.