adverteerder

Nederlands

Uitspraak

Geluid: adverteerder (hulp, bestand)

Woordafbreking

ad·ver·teer·der

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van adverteren met het achtervoegsel -der

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	adverteerder	adverteerders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

adverteerder m

iemand die een reclame plaatst

- Een dagblad verdient zijn geld aan adverteerders en abonnees

- Google verdient geld door advertenties te plaatsen voor adverteerders.

Vertalingen

1.

Duits: Inserent ^(de) m
Engels: advertiser ^(en)
Frans: annonceur ^(fr) m

Spaans: anunciante ^(es) m/v
Zweeds: annonsör ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord adverteerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adverteerder' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.