adverteren
Nederlands
Woordafbreking
- ad·ver·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘openbaar bekendmaken’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- Van het Franse avertir, van het Latijnse 'advertere' met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
adverteren |
adverteerde |
geadverteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
adverteren
- overgankelijk tegen betaling kennisgeven van iets in de media, reclame maken
- Er werd regelmatig geadverteerd voor dit product.
Gangbaarheid
- Het woord adverteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adverteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.