adjacent

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse woord adjacens (adjacent-), het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord adjacere (= grenzen aan) met het voorvoegsel ad-.
Woordafbreking
  • ad·ja·cent

Bijvoeglijk naamwoord

stellend vergrotend overtreffend
adjacent--

adjacent

  1. aangrenzend, aanliggend, aanpalend, belendend
  1. «The dialect is spoken in Amsterdam and adjacent areas.»
    Het dialect wordt gesproken in Amsterdam en aangrenzende gebieden.
Vaste voorzetsels
  • adjacent to
Synoniemen
Antoniemen
  • adjacent
  • noncontiguous
Afgeleide begrippen
  • adjacence
  • adjacency
  • adjacently
  • subadjacent
Uitdrukkingen en gezegden
  • adjacent angles
aangrenzende hoeken
  • to be adjacent to
grenzen aan
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.