adhesie
Nederlands
Woordafbreking
- ad·he·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantrekkingskracht’ voor het eerst aangetroffen in 1820 [1]
- Komt van het Latijnse woord adhaesio, wat aanhechting betekent [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adhesie | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
adhesie v
- (medisch) een vergroeiing van organen
- (natuurkunde) onderlinge aantrekkingskracht tussen ongelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding
- (natuurkunde) grip
Vertalingen
1. een vergroeiing van organen
2. onderlinge aantrekkingskracht tussen ongelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding
Gangbaarheid
- Het woord adhesie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adhesie' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.