achromatisch
Nederlands
Woordafbreking
- achro·ma·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleurloos’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse χρώμα 'chrōma' (kleur) met het voorvoegsel a- met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | achromatisch | achromatischer | |
verbogen | achromatische | achromatischere | |
partitief | achromatisch | achromatischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
achromatisch
- (natuurkunde) kleurloos
- (muziek) niet met halve tonen op- of afgaand
Gangbaarheid
- Het woord achromatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'achromatisch' herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.