och
Nederlands
Woordafbreking
- och
Woordherkomst en -opbouw
Tussenwerpsel
och
- uitroep die verdriet en medelijden uitdrukt
- Gooiden ze stenen naar die kat? Och, dat is zielig!
- uitroep die weemoed of vertedering uitdrukt
- Och, wat een schatje is het toch!
- uitroep die onvrede uitdtrukt
- Gaan ze een discotheek opblazen, och wat een lafbekken zijn het eigenlijk.
- inleidende uitroep van een vergeefse wens of verzuchting
- Och was ik maar
bij moeder thuisgebleven,
och was ik maar
met jou niet meegegaan. [4]
- Och was ik maar
- uitroep die minimale teleurstelling uitdrukt
- Je wil vanavond niet uit? Och, ik had eigenlijk ook niet zo'n zin.
- inleidende uitroep om iets goed te praten of als uitdrukking van welwillendheid
- Och, dat bedoelt hij vast niet zo gemeen als het klinkt.
- gebruikt om een volgende uitspraak te versterken
- Och, wat leuk dat jullie gekomen zijn!
Afgeleide begrippen
- ocharm
Gangbaarheid
- Het woord och staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'och' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "och" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- och op website: Etymologiebank.nl
- Hoes, J. songtekst Och was ik maar (1961) op website: songteksten.nl; geraadpleegd 2017-09-29
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- ontstaan uit ach en cognaat met 'och' in Fries, Middelhoogduits en Middelnederduits [1][2]
Tussenwerpsel
och
- uitroep die verdriet en medelijden uitdrukt
- uitroep die verbazing uitdrukt
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.