accumulatie
Nederlands
Woordafbreking
- ac·cu·mu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘opeenhoping’ voor het eerst aangetroffen in 1786 [1]
- Afgeleid van accumuleren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accumulatie | accumulaties |
verkleinwoord | accumulatietje | accumulatietjes |
Gangbaarheid
- Het woord accumulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'accumulatie' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.