acceptor
Nederlands
Woordafbreking
- ac·cep·tor
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Engels, geconstrueerd uit het Latijnse accipere (ontvangen) met het achtervoegsel -or [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acceptor | acceptoren |
verkleinwoord | acceptortje | acceptortjes |
Zelfstandig naamwoord
acceptor m
- (natuurkunde) atoom of molecule dat een extra elektron kan ontvangen
Hyponiemen
- elektronenacceptor
Gangbaarheid
- Het woord acceptor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.