absorberen
Nederlands
Woordafbreking
- ab·sor·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘inzuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- afgeleid van het Franse absorber of daarvoor van het Latijnse 'absorbēre' (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
absorberen |
absorbeerde |
geabsorbeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
absorberen
- overgankelijk (scheikunde) in zich opnemen, opslorpen, met name van vloeistof
- Het zaagsel absorbeerde de gemorste olie.
- overgankelijk (natuurkunde) het opnemen van bijvoorbeeld energie van licht of geluid
- Dit filter absorbeert alle ultraviolette straling.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord absorberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'absorberen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.