aanzwengelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·zwen·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanzwengelen
zwengelde aan
aangezwengeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aanzwengelen

  1. op gang brengen, stimuleren
Afgeleide begrippen
  • aanzwengeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanzwengelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.