aanzwengelen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·zwen·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en zwengelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanzwengelen |
zwengelde aan |
aangezwengeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanzwengelen
- op gang brengen, stimuleren
Afgeleide begrippen
- aanzwengeling
Gangbaarheid
- Het woord aanzwengelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanzwengelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.