aanvoerdersband
Nederlands
Woordafbreking
- aan·voer·ders·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanvoerder en band met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvoerdersband | aanvoerdersbanden |
verkleinwoord | aanvoerdersbandje | aanvoerdersbandjes |
Zelfstandig naamwoord
aanvoerdersband m
- de band die de aanvoerder van een team om de bovenarm draagt
- Met Michels had Keizer bij Ajax al een relatie die rustig als ‘kil’ kan worden omschreven. Het eindigde ermee dat de twee niet mee met elkaar spraken, elkaar soms volkomen negeerden. Ook met Cruijff werd de verstandhouding slechter. Cruijff had in 1972 de aanvoerdersband van Keizer overgenomen, maar in 1973 gaven de andere spelers aan dat ze Cruijff niet langer als hun leider pruimden. Dat leidde (mede) tot het vertrek van Cruijff naar FC Barcelona en het einde van de internationale successenreeks van Ajax.[1]
Gangbaarheid
- Het woord aanvoerdersband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC John Kroon 11 februari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.