aanvatten
Nederlands
Woordafbreking
- aan·vat·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en vatten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanvatten |
vatte aan |
aangevat |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanvatten
- aanpakken.
- ondernemen.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvatten |
aanvatten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvatten
- ...dat wij aanvatten.
- ...dat jullie aanvatten.
- ...dat zij aanvatten.
- ...dat wij aanvatten.
Gangbaarheid
- Het woord aanvatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanvatten' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.