aantrappen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aantrappen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌtrɑpə(n)/
Woordafbreking
  • aan·trap·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aantrappen
trapte aan
aangetrapt
zwak -t volledig

Werkwoord

aantrappen

  1. overgankelijk met een trapbeweging starten
    • Hij moest de motor aantrappen voordat hij wilde starten. 
  1. overgankelijk aanstampen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aantrappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.