aanscherpen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·scher·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanscherpen
scherpte aan
aangescherpt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanscherpen

  1. scherper maken
    • Een beitel aanscherpen. 
  1. (figuurlijk) effectiever maken, erger maken
    • Door de vervelende opmerkingen van de leraar werd de ruzie in de klas verder aangescherpt. 
    • Door de prijzenoorlog werden de prijzen nog verder aangescherpt. 
    • De minister wil de regelgeving aanscherpen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanscherpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.